Gepubliceerd op: 23 mei 2025

Deel dit verhaal

Uit mijn hoofd en meer naar buiten

Ik ben net begonnen aan een masterstudie. Hoewel ik de studie ontzettend leuk en boeiend vind loop ik steeds meer vast. Mijn wereldje wordt steeds kleiner en bestaat eigenlijk alleen uit studeren, eten en slapen. Ik woon alleen wat eigenlijk niet handig is. Daardoor raak ik heel diep verzonken in gedachten, die helaas vaker negatief zijn dan positief.

Doordeweeks zie ik mijn medestudenten tijdens de colleges en we maken samen huiswerk. Maar ’s avonds en in het weekend zie ik eigenlijk niemand. Ik heb het gevoel dat ik vastzit in mijn gedachten. Mijn gedachten bestaan voor het grootste gedeelte uit zorgen om mijn studie. Constant denk ik ‘ik ben hier niet goed genoeg voor, ik kan dit niet’. En toch is de enige toekomst die ik mij kan voorstellen. Als ik niet aan het studeren ben, ben ik eigenlijk alleen maar moe. Daardoor doe ik bijna geen andere dingen meer en heb dus geen afleiding. Omdat ik voel dat ik dit niet lang meer volhoud heb ik hulp gevraagd aan de huisarts. Die heeft me doorverwezen naar een GGZ-instelling. Ik wacht nu tot ik aan de beurt ben voor hulp.

Ondertussen lijken de meest simpele, dagelijkse dingen steeds zwaarder te worden. Vooral naar de supermarkt gaan vind ik vervelend. Dat stel ik eerst dagen uit. Dan eet ik als avondeten boterhammen, knakworst of soep. Totdat er echt niks meer in huis is en ik toch echt boodschappen moet doen. Zodra ik de straat op stap ben ik overdreven bewust van mezelf. Elke beweging beoordeel ik: ‘loop eens normaal, wie loopt er nou zo?’. Ik ga er ook raar bij ademhalen. Zo erg dat ik op een gegeven moment licht word ik mijn hoofd en steeds moet gapen. Ik heb wel een truc gevonden die me hierbij helpt. Eerst probeerde ik het met een koptelefoon met muziek. Maar wat nog beter werkte is naar een podcast of praatprogramma op de radio luisteren. Dat geeft net genoeg afleiding om de boodschappen te kunnen doen. En ik ga tegenwoordig op de ochtend van een doordeweekse dag. Dan heb ik de supermarkt bijna voor mezelf.

Ik hoop dat ik snel met een psycholoog kan gaan praten en echt goed advies krijg. Zodat ik weer mijn oude zelf kan worden. Gelukkig zijn er wel een aantal dingen die ik heb gevonden die me een beetje beter doen voelen. Als ik een uitnodiging krijg voor een feestje of om bijvoorbeeld samen te koken en te eten, dan móét ik die van mezelf aannemen. Als ik in de woning van iemand anders ben of in de stad op een terras, is het makkelijker om eens aan andere, nieuwe en leukere dingen te denken. Nu ik dat vaker probeer wordt het wat makkelijker. Dat ging echt niet in één keer. Soms kwam ik thuis en dacht ik ‘dit moet ik echt nooit meer doen’. Maar toch merkte ik dat ik altijd wat nieuwe energie mee naar huis nam na zo’n uitje. En de dagen erna dacht ik iets vaker aan leuke dingen.