Gepubliceerd op: 23 mei 2025

Deel dit verhaal

Onzichtbare strijd: stigma rondom mentale gezondheid

Voor de buitenwereld alles in orde — een prima baan, een ondersteunende familie en vrienden om mij heen. Maar achter gesloten deuren vocht ik een onzichtbare strijd tegen depressie en angst.

Het begon subtiel. Ik voelde me steeds vaker overweldigd, zelfs door de kleinste dingen. Mijn slaap was nooit echt optimaal geweest maar het werden onrustige nachten, en mijn enthousiasme voor werk en hobby’s verdween. Na het afstuderen en het vinden van een baan had ik niets meer om naar toe te werken. Ik had het allemaal gedaan, alles behaald wat van mij verwacht werd maar waarom ben ik dan nog steeds niet blij? Waarom werd ik geïrriteerd als ik wist dat als ik de volgende ochtend opstond weer een dag op mij zit te wachten en ik me er doorheen moet bijten om vervolgens weer meer rust te vinden in mijn eigen bed s ’nachts? Uiteindelijk werd het te zwaar om alleen te dragen dus zocht ik hulp en kreeg de diagnose depressie en gegeneraliseerde angststoornis met complexe trauma.

Hoewel ik mijn diagnoses accepteerde, was de wereld om mij heen minder begripvol. Toen ik mijn problemen deelde met een goede vriendin, hopend op steun, zei ze: ‘Je moet gewoon positief blijven en er niet zoveel aan denken. Het zit allemaal in je hoofd.’ Dit versterkte mijn gevoel van schaamte. Alsof ik ervoor koos om negatief te zijn en in een neerwaartse spiraal wilde komen. Ik ging meer aan mezelf twijfelen en mijn zelfvertrouwen kreeg elke keer een harde klap. Ik herkende zelfstigma bij mezelf doordat ik bewust ervoor koos om bij nieuwe mensen die ik leerde kennen niet over mijn mentale gezondheid of diagnoses te praten. Vrienden vertelde ik ook niet meer hoe moe ik was en hoe frustrerend ik het leven vond. Mijn gedachtes durfde ik ook niet meer te uitten.

Mijn ouders, uit een generatie waarin mentale problemen vaak werden genegeerd of gestigmatiseerd, reageerden bezorgd maar ook met verwarring. ‘Je hebt zoveel om voor te leven, wat heb je om depressief over te zijn?’ vroegen ze, niet in staat om te begrijpen hoe ik me voelde en hoe het werkt. ‘Je bent nog zo jong, je moet je erover heen zetten’ is ook een uitspraak die ik meerdere keren heb moeten aanhoren.

Omdat ik me onbegrepen voelde, begon ik me terug te trekken. Ik stopte met praten over mijn gevoelens en deed alsof alles in orde was. Ik koos mijn woorden zorgvuldig uit en ik hoopte dat ik niet iets zou laten zien wat gelinkt kon worden aan mijn depressie. Mijn prestaties op het werk leden eronder, mijn relaties raakten gespannen, en ik voelde me eenzamer dan ooit. Het was ook nog eens heel vermoeiend allemaal. Het stigma deed me twijfelen aan mijn eigen ervaringen en vertraagde mijn herstel.

Ik vond troost in een steungroep voor mensen die soortgelijke uitdagingen ondergingen, op advies van mijn psycholoog. Hoewel het een enge stap was, ben ik blij dat ik dit heb gedaan. In deze groep voelde ik me eindelijk begrepen en geaccepteerd. Ik luisterde naar verhalen van anderen die met stigma te maken hadden gehad en realiseerde me dat ik niet alleen was. Dit steunnetwerk gaf me de kracht om voor mezelf op te komen. Ook was het fijn om te horen hoe anderen ermee om gingen. Ik weet nog dat iemand uit de groep vertelde dat ‘als wij voor onze mentale problemen schamen, de schaamte nooit weg zou gaan, want als wij er niet voor uitkomen, wie gaat het dan doen?’.

Ik ben nog steeds in therapie en ik kan wel zeggen dat het beter met me gaat. Maar ik moet ook zeggen dat hoe meer ik mezelf begreep en de redenen waarom ik me zo voel, hoe meer vertrouwen ik kreeg in mezelf.

Ik voel me geroepen om mijn verhaal te delen, juist om de taboe te verbreken. Ik zou graag willen zeggen tegen mensen die hetzelfde ervaren dat iedereen te maken krijgt met mentale problemen ooit op een punt in hun leven of voor een langere tijd. Omdat iets onzichtbaar is of moeilijk te begrijpen voor anderen, betekent het niet dat het er minder toe doet. Jouw gevoelens zijn volledig geldig. Alleen iemand die precies hetzelfde heeft meegemaakt en gevoeld, kan begrijpen waar je doorheen gaat. Niet kan het begrijpen, maar dat zou nooit jouw probleem moeten zijn. Het is juist goed voor herstel om jezelf te vertrouwen en je verhaal of je zorgen te delen.